De vliegervaringen met EVA Airways lopen uiteen, op diverse internetforums vinden we zowel positieve als negatieve reacties. Tijd om zelf eens op pad te gaan met deze Taiwanese maatschappij. Allereerst de prijs, het is de goedkoopste optie voor een directe vlucht van Amsterdam naar Bangkok. Het toestel, een relatief nieuwe Boeing 777, is voorzien van video-on-demand, met redelijk groot beeldscherm, en een uitgebreide keuze aan entertainment. De techniek hiervoor gaat wel ten koste van flink wat beenruimte van de stoelen grenzend aan het gangpad. Het personeel loopt niet over van vriendelijkheid,is zelfs wat kortaf, maar werkt wel keihard. We krijgen slechts halve glaasjes drinken. Over het eten zijn de meningen verdeeld. Mijn vis met tomatensaus, aardappelpuree en groente is prima, terwijl Alienka's varkensvlees met rijst echt niet te eten is. Het ontbijt,'gebakken' noedels, is uitstekend. Op de terugweg daarentegen, is al het eten wat we krijgen voorgeschoteld slecht, zelfs de ontbijtnoedels en het fruit.

 

Na de landing in Bangkok staan er dikke rijen voor de paspoortcontrole. Deze wordt in een kalm tempo afgewerkt. We staan meer dan een uur te wachten. Onze rij was al niet de snelste, maar op een gegeven moment gaan de beambten doodleuk met pauze, zodat onze rij samensmelt met de rij naast ons. Nog langer wachten. In Bangkok hebben we voor drie dagen een luxe appartement gehuurd met rivierzicht op de Chao Phraya.(De meeste hotels met rivierzicht zijn erg duur, en ontbijten doen we toch wel op straat.) We worden met een limoservice van het vliegveld opgehaald. Het is inmiddels halverwege de middag, we nemen een veerbootje naar de overkant van de rivier, hier zijn winkels, eetstalletjes en haltes voor de Skytrain en de Express Boats, die we veelvuldig gebruiken. We eten Pad Thai, doen wat inkopen, en kopen een TrueMove simcard voor onze telefoon, want bellen met de struikrovers van Rabomobiel doen we niet meer in het buitenland.

 

De volgende morgen trekken we erop uit. We ontbijten bij een straatstalletje: geroosterd brood met suiker en kokosboter van de barbecue en een lekker kippenboutje. We nemen de expressboat naar de Wat Pho, de tempel van de 46 meter lange liggendeBoeddha, die veel toeristen trekt. Verder is het complex met binnenpleinen met chedi’s en talloze beelden vrij rustig. Het Grand Palace mogen we niet in vanwege gebedstijd. Tot slot nemen we een Thaise massage in de in het complex gevestigde massageschool. Deze behoort tot de beste van heel Thailand. We maken een tochtje met een longtailboat door de Khlongs (kanalen). Vervolgens bekijken we de Wat Arun, een indrukwekkend tempelcomplex gebouwd volgens de Khmer architectuur. We nemen de Skytrain richting Siam Square waar we shoppen in het Siam Paragon shopping centre. Ons appartement heeft ook een zwembad, daar gaan we even relaxen. Bij het vallen van de avond steken we de rivier over, en eten soep in de foodcourt. Het is haast genant, steeds als we het appartementencomplex betreden, spring de wacht in de houding en salueert.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Onze laatste dag in Bangkok. We nemen al vroeg de expressboat, want we hebben ons voorgenomen klokslag om half negen bij de poort van het Grand Palace te staan, om zo de ‘crowds’ voor te zijn. We weten niet wat we zien, het ziet zwart van het volk, hordes mensen lopen richting de poort. Het blijkt een Boeddhistische feestdag te zijn, veel mensen zijn vrij, en trekken er op uit. Het is idioot druk, we besluiten de nummer 1 attractie van Bangkok te laten voor wat het is. Eerst maar even ontbijten bij de eetstalletjes bij de expressboathalte. Een oud dametje grilt stukjes brood op houtskoolvuur, met daarop het inmiddels favoriete beleg kokosboter met suiker. Ze heeft ook een pittige variant met chili en tamarinde. Ondertussen maakt een ander stalletje een grote ijskoude smoothie met aardbeien. Lekker, want het is al erg warm.

We nemen de metro naar Phetchaburi. Het idee is om daar met een niet toeristische boot over de Khlong Saen Saeb naar Chinatown te varen. We gaan bij de steiger aan het stinkende water staan, de eerste twee boten gaan de verkeerde kant uit. Gehelmde medewerkers meren de boot snel en efficiënt aan en af, passagiers stappen in en uit, en weg is de boot weer. De boot die wij moeten hebben zit helaas onverantwoord vol met mensen. Teleurgesteld nemen we de metro richting Hua Lamphong. Chinatown stelt gelukkig niet teleur, het is de grootste en mooiste die wij bezocht hebben. We eten geweldige dim-sum bij Shangri-La op Thanon Yaowarat.

 

De veerboten op de Chao Phraya beginnen ook overvol te raken. Vanwege de feestdag varen ze minder frequent, terwijl het passagiersaanbod schrikbarend is toegenomen. Het he-she meisje dat de kaartjes verkoopt, baant zich met moeite een weg door de mensenmassa op de boot. We moeten nog wat vodka inslaan, maar dat mag vandaag nergens verkocht worden vanwege de Boeddhistische feestdag. We brengen nog wat tijd aan het zwembad door, en steken de rivier weer over. We eten nu op de drukke avondmarkt van Sathorn. Viskoekje met komkommer en chilisaus en zoete koekjes met kokosschuim. We nemen ook een worstje op een stokje, de verkoper lacht van oor tot oor, zo blij is hij dat we zijn worstjes kopen. Bij hoge uitzondering is het niet te eten.

Ons appartement beschikt ook nog over een wasmachine en droger, dus zorgen we dat we weer helemaal met een schone uitrusting uit Bangkok vertrekken.

 

We nemen de limoservice van het appartement terug naar het vliegveld, waar we onze huurauto oppikken. Vaste Thailandgangers, maar ook de Thai zelf, zijn verbaasd dat we zelf gaan rijden. Ze kijken allemaal bedenkelijk. In de praktijk valt het allemaal wel mee. De wegen zijn goed, het verkeer licht chaotisch, en zolang je maar continu rekening houdt met onverwachte gebeurtenissen, is er niks aan de hand.

We gaan onderweg naar Ayutthaya, vroeger de hoofdstad van Thailand, nu een verzameling tempelruïnes. Alienka moet weer eens op de foto met Aziatische toeristen. We eten garnalen van de bbq op een terrasje aan de rivier, en vervolgen onze weg richting Pak Chong. We willen vodka kopen in de slijterijafdeling in een grote supermarkt, maar dat mag niet. Tussen 14:00 en 17:00 mag er geen alcohol verkocht worden. Het is in moslimland Maleisië een stuk eenvoudiger om aan sterke drank te komen. Waarom de slijterij wel geopend is, maar niks mag verkopen ontgaat ons. Later komen we erachter dat kleinere winkels wel de hele dag alcohol mogen verkopen.

De weg naar Khao Yai is een aaneenschakeling van hotels en pensions. Met enige moeite vinden we die van ons, het Greenleaf Guesthouse. We krijgen een eenvoudig huisje met fan in de tuin. Het hotel wordt efficiënt gerund door een familie, oma kookt in het restaurant, anderen doen de bediening, schoonmaak of de safaritours.

 

Vroeg in de morgen vertrekken we voor een safari in het nationale park. We hebben een leuk ploegje, een chauffeur, een gids, een jong stel uit Zwitserland, en twee Amerikaanse jongedames. Deze laatste twee geven Engelse les op een school ergens in het noorden van Thailand. De Thaise schoolkindertjes denken zelf dat ze geen Aziaat zijn, maar Thai, vinden Chinezen vies, en denken dat hun koning onsterfelijk is. Ze willen allemaal met een farang (buitenlander) trouwen. We trekken te voet de jungle in. De safari is een succes, we zien een vliegende hagedis, neushoornvogels en als hoogtepunt Gibbons!!! Ze slingeren hoog in de bomen van tak naar tak. We eten in de jungle rijst met groente, en zoete kleefrijst toe. We rijden naar de waterval uit de film ‘The Beach’, helaas vanwege het droge seizoen niet erg spectaculair. Aan het eind van de middag staan er nog olifanten op het programma. Maar deze moeten eerst wel gevonden worden, we patrouilleren langs een weg, eerst zonder succes. We zien wel een troep zeer brutale apen. Plotseling zijn er ergens olifanten gesignaleerd, met hoge snelheid rijden we naar de plek  zien als bonus nog vier olifanten. In een hevige stortbui rijden we terug naar Greenleaf, waar iedereen in vlot tempo voorzien wordt van een smakelijke maaltijd.

 

 

 

 

Het druppelt nog wat na als we na het ontbijt verder rijden. We maken een stop in Phimai, om de Prasat Hin Phimai te bezichtigen, een oude Khmertempel gebouwd in de 11e eeuw. We rijden verder naar Khon Kaen, waar we twee nachten verblijven in het beste hotel van noordoost Thailand, het Pullman Raja Orchid.Khon Kaen is een leuke stad, veel winkels en veel te eten. Het is ook weer bloedheet, zodat we ook nog even tijd nemen om af te koelen aan het hotelzwembad.

 

 

Dag  twee beginnen we met een ontbijt bij een stalletje op de ‘avondmarkt’, nasi met goede koffie en een Mirinda Orange. De man doet z’n uiterste best om het ons naar de zin te maken. We nemen een Thaise massage, en kopen zijde in het Local Goods Centre. Er wordt weer veel gewinkeld en gegeten. Visballetjes op stokjes met chilisaus, sushi en sate. We nemen kleefrijst met mango, die zo lekker is, dat we nog twee porties meenemen voor het ontbijt de volgende ochtend.

 

 

 

 

Als we verder de provincie Isaan in rijden, wordt het steeds rustiger. We rijden naar het Nongkhai Resort in Nong Khai, waar we een huisje krijgen direct aan het zwembad. Het stadje ligt aan de Mekong rivier, en grenst aan Laos. Het stadje is een belangrijke handelspost tussen de twee landen. Op de markt zijn veel Laotiaanse goederen te koop. We slenteren door het stadje, eten garnalen aan suikerrietspiesen en Vietnamese loempia’s bij Daeng Namnuang. En nemen een een koel drankje op een terras aan de Mekong. Op straat veel oude vadsige blanke kerels op zoek naar jonge Thaise meisjes. ’s Avonds maken we een riviercruise over de Mekong, helaas niet zo spectaculair, er gebeurt weinig op de rivier.

 

 

 

Na een eenvoudig ontbijt rijden we naar Tung Salaengluang National Park, waar we volgens de reisgids mountainbikes kunnen huren. Dat kan niet, dus wordt het een korte wandeling, er is nogal wat hoogteverschil, en de temperatuur loopt alweer aardig op. We zij de enige gasten in het Phu Pha Nam Resort in Dan Sai, we krijgen een kamer waar het daglicht met moeite naar binnen komt vanwege het bladerdek van de jungle. We relaxen even aan het zwembad. Bij het avondeten bestel ik per ongeluk een enorme eend, wel lekker, maar veel te veel. Wat overblijft verdwijnt achter de desk van de obers.

 

Phitsanulok is een erg druk stadje, met Wat Mahathat, een 14e-eeuwse tempel We betrekken een geweldige kamer in het Pattara resort. We laten de auto bij het hotel en nemen een tuk tuk naar het centrum, We eten de beste Pad Thai ooit bij Kwetiaw Hoy Kha Rim Nan aan de rivier. Het is weer bloedheet, dus zoeken we verkoeling in een warenhuis, nemen een tuk tuk terug naar het resort, waar we alweer relaxen aan het zwembad. In de ochtend nemen we een Thaise massage in het resort, en rijden naar Kwetiaw voor de lunch.

 

Het is twee uur rijden naar het ‘nieuwe’ gedeelte van Sukhothai. We slapen in een huisje met ventilator in de tuin van het TR Guesthouse. In de buurt diverse eetkraampje waar we heerlijk kunnen eten. Gefrituurde kip in kokosbeslag, roti banana, gegrilde kip, nasi en lekkere vruchtensapjes.

In de morgen nemen we een Songthaew naar de oude stad, waar we een fiets huren om de ruïnes van de voormalige hoofdstad van Thailand te bewonderen. Het is vandaag erg warm, de temperatuur gaat richting de 38 graden. We drinken nog wat op de veranda van ons huisje. Gisteren stak er nog een lekker verkoelend briesje op, maar nu is het windstil. Het blijft heet, en dat net nu we een kamer hebben zonder airco.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In Lampang komen niet heel veel toeristen, het is een leuk oorspronkelijk stadje aan een stinkende rivier. We rijden naar de medicinale plantentuin voor een Thaise massage, en doen nog wat boodschappen in een enorme mall. Bij gebrek aan eetstalletjes eten we in het restaurant van ons hotel, de Lampang River Lodge.We hebben hier weer een huisje vlak bij het zwembad.

Het landschap wordt wat bergachtig als we Chiang Mai naderen. We rijden eerst via een bochtige weg de1300 meter hoge berg Doi Suthep op, om de tempel Wat Phra That te bezichtigen.

 

 

 

 

 

 

 

Vervolgens rijden we door de drukke stad naar ons hotel The Dome om de bagage uit te laden. Hier logeren we twee nachten. Dan wordt het tijd om de huurauto in te leveren op het vliegveld.

Een taxi brengt ons terug naar de stad. Het barst hier werkelijk van de westerse toeristen, een beetje teveel van het goede. Verder is Chiang Mai een leuke stad. We eten Chinese gestoomde broodjes en eend met rode curry en lychees. We winkelen, drinken een Watermelon Freeze op een terrasje, zitten bij Dr. Fish met onze voeten in een aquarium, terwijl vele kleine visje onze dode huidcellen opeten. De eerste avond eten we teleurstellende garnalen bij een restaurantje op de toeristische Anusarnmarkt. De tweede avond hebben we een leuke avondmarkt ontdekt zonder toeristen vlakbij de universiteit. We eten daar van de Thaise kleipot barbecue.

 

 

 

We nemen een Songthaew naar de dierentuin. We zijn vooral geïnteresseerd in de drie panda’s en in het aquarium, werkelijk spectaculair.

Het wordt ook al weer tijd voor een Thaise massage, we vinden na enig zoeken, een goed tentje vlak bij ons hotel. De in onze reisgids aanbevolen riviercruise stelt weer teleur, en dan wordt het tijd om naar het station te gaan, voor de nachttrein naar Bangkok. We hebben een eerste klas slaapcoupe met airco geboekt. Dat bevalt prima, alleen wil de airco niet uit, het is een beetje te koud.

 

Met ruim een uur vertraging, komen we aan in Bangkok, we binden onze bagage op een tuk tuk, en crossen door het drukke verkeer naar de oostelijke busterminal. Hier kopen we een kaartje voor de bus naar Trat, waar we de ferry pakken naar Koh Chang. Met een songthaew rijden we over het eiland naar ons hotel in Bang Bao.

 

 

 

 

 

Dat Koh Chang nog niet ten prooi is gevallen aan massatoerisme is bullshit. De weg langs de westkust is een aaneenschakeling van toeristenwinkeltjes, restaurantjes en nachtclubs. Gelukkig is het vissersdorpje Bang Bao nog redelijk rustig. Het dorpje wordt twee keer daags overspoeld met toeristen, als de dagjesmensen vertrekken of terugkomen van hun snorkeltrip. Alle boten vertrekken hier van de pier, soms met tientallen mensen op één boot. Buiten dat, is het lekker rustig, en zijn er een paar goede restaurantjes, waar je heerlijke verse krab kunt eten. Het Nirvana resort ligt aan een slechte weg, we moeten de Songthaew-chauffeur bijbetalen om er te komen.

We krijgen een geweldige cabana direct aan de zee. We verblijven hier drie nachten, en vullen onze dagen met lekker eten en drinken, relaxen bij het zwembad, kanoën  of we slenteren door het dorpje.

We hadden een snorkeltocht geboekt bij Ploy, maar die bellen 15 minuten voor vertrek af, zodat we onmogelijk wat anders kunnen regelen.

 

Veel toeristen huren een scooter op Koh Chang, maar de wegen hier zijn gevaarlijk bochtig en stijl. We zien steeds meer mensen die zijn opgelapt in het ziekenhuis na een valpartij.

Met songthaew en ferry gaan we weer terug naar Trat, waar we om tijd te besparen, een taxi nemen naar Sri Racha. Helaas waait er op de snelweg een grote houten deksel van een vrachtwagen op onze taxi. Er is nogal wat schade, en we moeten wachten op een mannetje van de verzekering. Uiteindelijk geraken we in het City Hotel, en hebben we nog tijd om wat te winkelen en wat te eten op de avondmarkt op onze laatste avond in Thailand.