De bagage gaat direct door naar Harbin, zegt de Air China baliemedewerkster van Dusseldorf Airport, als we inchecken. De avondvlucht naar Beijing verloopt prima, we slapen goed, en het eten en drinken dat we krijgen is prima. In Beijing lopen we twee uur vertraging op, en in Harbin aangekomen, blijken onze koffers nog in Beijing te staan. We hadden ook achterdochtig moeten worden toen de baliemedewerkster in eerste instantie nog nooit van Harbin gehoord had. Zonder onze warme kleding vertrekken we met een taxi naar de Bremen Inn, een goedkoop en schoon hotel vlakbij Zonghyang Street. Het is inmiddels avond, en we gaan eerst een blokje om, maar met -17 graden zonder warme kleding, is dit geen pretje. De hele stad is gevuld met grote en kleine ijssculpturen, die ‘s avonds uitbundig verlicht worden.
Na een smakelijk ontbijt met de meest bijzondere onbekende groenten en heerlijke tofusliertjes, en warme jus’d’orange, nemen we een taxi naar de luchthaven om onze koffers op te halen. De taxichauffeur spreekt geen woord Engels, en weet niet helemaal wat onze bedoeling is. Hij rijdt langs het ShangriLa Hotel, en laat de portier dit vertalen. Vervolgens storten we ons in het drukke verkeer. Onze chauffeur is een expert in gaten vullen, en het vinden van sluiproutes. De auto beschikt ook nog over een tweetonige repeterende claxon, die veelvuldig gebruikt wordt. Hilarisch! Uit de boxen van de CD speler schalt Engelstalige muziek: ♫ I wanna fuck you now, now, now, now, now. ♫Onze koffers zijn weer terecht, dus keren we terug naar de stad. Hierna gaan we onze omgeving verkennen. Het is zondag, en het is druk met voornamelijk Chinese toeristen die over de Zonghyang straat flaneren, en poseren voor de ijssculpturen. Op de bevroren rivier is het helemaal een drukte van belang, Er zijn diverse ijsactiviteiten, ijsfietsen, een ijshovereraft, tubing vanaf een helling, een man laat zich in z’n blote body ingraven in schaafijs, en het leukste: minitanks rijden op een ijsparcours. Lunchen doen we bij Bi Feng Tang, o.a. echt superlekker geroosterd varkensvlees.. We willen een stadsplattegrond gaan halen bij de toeristinformatie, maar die hebben ze niet, alleen een Chineestalig foldertje, maar daar kunnen we niks mee. We bezoeken ook de Chinese variant van de Walmart, waar verkoopsters, gewapend met een persoonlijke geluidinstallatie, met luid geschreeuw snoep aanprijzen. Heel anders dan de Amerikaanse variant. We eten dumplings bij Dongfang Jiaozi Wang. Dumplings bestellen gaat nog, maar een Coca-Cola regelen valt nog niet mee. Een meisje aan de tafel naast ons biedt hulp, het is ‘Kë köu kë lè’.
De avond valt. We kleden ons wat dikker aan, en gaan naar het Zhaolin Park, om de ijssculpturen te bekijken. De temperatuur begint te dalen richting de -24 graden. Snel terug naar onze warme hotelkamer.
Vandaag is het echt koud, de thermometer staat overdag op -19 graden. Een goed excuus om af en toe een shopping mall in te duiken om op te warmen. We nemen met behulp van een passant (Engels spreken ze niet, maar de mensen hier zijn over het algemeen erg behulpzaam) een bus richting Hongbo Square. Hier is een ingewikkeld ondergronds netwerk van winkelstraten waar je makkelijk kunt verdwalen. We eten heerlijk vlees op een stokje bij een stalletje, en proberen de Chinese versie van de KFC, die een beetje aan de vette kant is. Het valt niet mee om een taxi te vinden, ze zijn allemaal bezet. Een parkeerwachter vraagt waar we heen willen, en regelt met succes een taxi voor ons naar de kerk van St. Sofia, een van Harbin’s belangrijkste attracties na het sneeuw en ijsfestival. We gaan terug naar het hotel om een extra laag kleding aan te trekken, want het is echt te koud.We gaan terug naar de Songhua om een ritje te maken in een minitank over de bevroren rivier. Cool! Het is soms nadelig om een dikke laag kleding aan te hebben, even inkopen doen bij de Walmart, en het zweet breekt je uit.
Eten doen we bij Meet, een trendy bbq restaurant vlakbij het hotel. We wijzen maar wat aan op de kaart zonder te weten wat het is, het varkensvlees op stokjes, kleine pannenkoekjes gevuld met vlees, en een soort char kway teow noedels zijn heerlijk, de inktvis op stokjes is wat taai maar wel lekker, en we hebben een soort gras in sojasaus gekregen, en dat is onmogelijk weg te kauwen, en het stinkt ook nog. Coca-Cola bestellen is weer lastig, we moeten nog werken aan de uitspraak. ‘Ké köu ké lè ‘ werkt niet. Ik moet meelopen naar de keuken om het aan te wijzen.
Het is al weer een paar graden kouder vandaag. ‘s Morgens doen we wat boodschappen, en drinken wat bij USA Bucks, een kroegje van en mafketel die zich uitdost als marineofficier, de hele kroeg hangt vol met foto’s van de man. Het is erg rustig en de eigenaar laat zich met zien. De koffie is trouwens niet te zuipen. We eten weer bij Bi Feng Tang, gans en varken met mie. Een goed restaurant. We lopen door Jiuzhan Park, en nemen de kabelbaan over de Songhua rivier naar het Sun Island Park. Hier zijn twee festivals. Eerst gaan we de sneeuwsculpturen bekijken. Erg mooi. Naast talloze beelden van dieren, mensen en diverse thema’s, hebben ze een Russisch dorpje gebouwd en een Zwanenmeer-achtig kasteel gebouwd. Er worden ook dansshows opgevoerd door Disneyfiguren. Het publiek danst ook mee, ook om warm te blijven. Bus 29 gaat vanaf de hoofdingang naar het IJsfestival. Als er echt niemand meer bij kan vertrekken we. Het is zo mogelijk nog indrukwekkender dan het sneeuwfestival. Diverse levensgrote gebouwen zijn gebouwd met blokken ijs uit de rivier, en mooi uitgelicht. Dit is echt heel spectaculair. De temperatuur loopt op naar de -28 graden, erg koud. Als we uitgekeken zijn nemen we een taxi terug naar het hotel.
We bestellen via de hotelreceptie onze taxichauffeur voor een uitstapje naar het Siberisch tijgerpark. Met een bus rijden we over het terrein waar enorm veel van deze beesten rondlopen. Veel tijd voor het maken van een foto krijgen we niet. Lunchen doen we, om ook wat aan de Russische geschiedenis van Harbin te doen, bij Cafe Russia. Het loopt uit op een teleurstelling. De tent wordt gerund door Chinezen, net als alle andere ‘Russische’ winkels in de stad. Het eten slaat dan ook nergens op. Rode kaviaar geserveerd met een hoopje gehakte uien, slechte worst, en een omelet met zalm. Het gaat helemaal nergens over. Wordt nog aanbevolen door de Tripadvisor ook.
Onze, inmiddels vaste taxichauffeur, brengt ons om 10 uur naar het vliegveld. Onze vlucht met Air China heeft slechts 20 minuten vertraging. In Beijing zijn we flink wat tijd kwijt met lopen naar, en wachten bij de bagageband. Dit is ook het eerste vliegveld waar we in een lange rij moeten wachten om een taxi te bemachtigen. Er is zelfs een speciale wachtruimte ingericht. We doen er bijna de hele dag over om in Beijing te geraken. De stad is gehuld in een dikke laag smog. Alle wegen naar en in de stad zijn verstopt. Uiteindelijk kunnen we inchecken in het Capital Hotel, gelegen op loopafstand van het Tiananmen Square, het grootste plein ter wereld. We lopen naar Wanfujing Snack Street, een smalle steeg met allerlei eetstalletjes voor een snelle late maaltijd.
De lucht is blauw, de smog is verdwenen, en de zon schijnt volop. Het is +4 graden, en het lijkt na de kou van Harbin wel lente. We gaan eerst naar het nabijgelegen Tiananmen Square. Het Plein van de Hemelse Vrede wordt goed bewaakt, een overmacht aan politie en andere ordetroepen, moeten er voor zorgen dat niemand het in z’n hoofd haalt om (politieke) statements te maken. Wij kennen het plein vooral uit 1989, toen het Chinese leger een bloedig einde maakte aan een vreedzame studentenbetoging. Natuurlijk is er ook nog het Mausoleum waar voormalig leider/dictator Mao Zedong opgebaard ligt, en ondanks alle gruweldaden nog steeds geëerd wordt. Op het beledigen van Mao staan tot op de dag van vandaag zware straffen.
We lopen door de smalle straatjes van een gerestaureerde Hutong. Bij de tempel oefenen twee mensen op leeftijd Kung Fu. Lunchen doen we in de foodcourt van het enorme shopping centre Oriental Plaza. We bezoeken de verboden stad, hier bestuurden de keizers van de Qingen Ming dynastie het Chinese Rijk.
Voor een authentieke eetervaring gaan we met de subway naar Dongxhimennei Dajie. Deze straat bestaat grotendeels uit restaurants, en is kleurrijk versierd met oranje lampions. Ghost Street, zoals het in de volksmond genoemd wordt, is enorm populair bij de locals, parkeerwachters dirigeren auto’s naar een parkeerplekje op het trottoir. Het is een drukte van belang. We kiezen op goed geluk een restaurant, de serveerster blijft net zolang staan tot we een keuze hebben gemaakt uit de zeer uitgebreide menukaart. Er staan de raarste dingen op: eendenkoppen, schildpad, eendenhartjes Chinezen eten echt alles.
We doen onze bestelling, en kijken eens goed om ons heen. Naast ons zit een man die alle tafelmanieren heeft laten varen. Hij slurpt en eet tot hij letterlijk niet meer kan. De overblijfselen gaan mee naar huis in een zakje. De rest van de bezoekers doet hier niet voor onder. Er wordt stevig gedronken, bierflessen en sigarettenpeuken belanden op de grond, en de afgebeten garnalenkoppen worden op tafel gespuwd. Het ziet er uit als een slagveld.
We maken een wandeltocht door de Hutongs van Dongcheng, en langs Lake Houhai, een heerlijk rustig stukje Beijing. IJsvissers wachten geduldig tot de vis bijt, en riksjachauffeurs proberen ons te verleiden tot een blokje om.
We nemen een taxi naar Qianmen Dajie, hier zien de straten er nog uit zoals ten tijde van de Qing dynastie. Wij hebben het net achter de rug, maar hier zijn de straten volop in de kerstsfeer, want over enkele dagen is het Chinees Nieuwjaar.
We eten in een eenvoudig restaurant vlakbij het hotel, het is opvallend hoe goed het varkensvlees is in China.
Vandaag hebben we een tripje naar de Chinese Muur geboekt. Onze chauffeur vonden we op de Tripadvisor. http://www.beijing-driver.com/ Stipt om 8 uur komt Zhang Yong voorrijden in een comfortabele Honda Odyssey. Hij brengt ons naar Mutianyu, 70 kilometerbuiten de stad, de muur is hier het best bewaard gebleven. We gaan met een kabelbaan naar boven, en hebben de muur praktisch voor ons zelf. We maken een wandeling over de verdedigingswal met spectaculair uitzicht over de in nevelen gehulde bergen.
We nemen de kabelbaan terug naar beneden, en rijden richting de stad om te lunchen. Lekker lamsvlees, eend en paddenstoelen.
Vervolgens rijden we naar het Temple of Heaven Park, hier werd Ming en Qing dynastie gebeden voor een goede oogst. De smog begint weer toe te nemen, de zon doet z’n best, maar komt er niet meer door.Al met al een leuke dag, Zhang Yong is behalve een goede chauffeur, nog aangenaam gezelschap ook. Aanrader.
We nemen de overvolle subway naar het China Museum Of Modem Art, helaas niet zo spectaculair. We verspillen nog wat tijd aan het zoeken van een restaurant dat niet meer bestaat, de rest van de dag gaan we nog wat shoppen in de omgeving van Wanfujing Str. Nog een nachtje hotel, en dan kan de reis naar huis weer beginnen.