Donderdag 4 juni

 

Na een lange reis komen we vroeg in de avond aan in het Victorian Hotel, gunstig gelegen tussen Chinatown en het winkelgebied Robson. Het hotel fungeerde als filmlocatie voor diverse films en series, waaronder The Dead Zone en X-Files. Veel opnamen van Scully en Mulder werden in Vancouver opgenomen.

 

Vrijdag 5 juni

 

Na een stevig en heerlijk Canadees ontbijt bij Suzette’s Deli, een smoezelig tentje op Dunsmuir,  trekken we er vroeg op uit. We huren twee fietsen bij de Watervliegtuigterminal, en rijden naar Stanley Park, langs de kustlijn de seawall over. Het belooft vandaag een warme dag te worden. De tocht brengt ons langs totempalen, strandjes, parken , de bouwput van het Olympisch dorp naar Granville Island. Hier bezoeken we de Public Market, een overdekte markt met tal van verse producten. We nemen de ferry (Aquabus) terug naar downtown, en fietsen dwars door de stad over brede fietspaden terug naar het beginpunt. We sluiten aan in een lange rij op Burrard Street voor de beste hotdog in Vancouver met een Japans tintje. Japadog serveert de hotdogs met norisnippers, gedroogde visvlokken en misomayonaise.

We winkelen in de omgeving van Robson, en pakken een terrasje. In de stad zijn opvallend veel daklozen. We zien ook de vreemdste straatmuzikant ooit, een operazangeres in vol ornaat, de aria’s galmen door de straat, niet tot ieders genoegen zo te zien.

’s Avonds eten we bij Tojo’s, één van de betere restaurants van Vancouver. Het eten is subliem, superverse vis van de allerbeste kwaliteit, het gastheerschap van de Japanse chefkok Tojo en zijn personeel is voor verbetering vatbaar.

 

Zaterdag 6 juni

 

Vanmorgen bekijken we Chinatown en Yaletown Het barst op dit vroege uur van de junks en daklozen op straat, die hun opvanghuis voor de nacht moeten verlaten. We nemen een taxi naar Metrotown, de op twee na grootste shopping mall van Canada. We komen er daar achter dat je ook prima met de sky train naar de mall had kunnen gaan, dus op de terugweg nemen we die dan maar. Teruggekomen bij ons hotel staat er al een taxi voor ons klaar, deze brengt ons naar het plaatsje Delta, waar we onze campervan gaan ophalen.

Na de papierwinkel en uitgebreide instructies, gaan weop weg naar Tsawwassen voor de overtocht met de ferry naar Vancouver Island.

We hebben een campingplaats gereserveerd aan het water op een stadscamping Westbay, met uitzicht op Victoria. Onze DVC camper valt goed in de smaak, voorzien van alle luxe, zoals magnetron, koelkast en flatscreen tv.

 

 

Zondag 7 juni

 

Tijdens het ontbijt zien we een otter die druk aan het vissen is. We moeten eerst boodschappen doen, een bbq bij de Walmart, en proviand bij de Safeway. Vervolgens rijden we naar de MECC, een outdoorwinkel, waar we therm-a-rest slaapmatjes kopen, voor als we weer eens gaan tentkamperen.

We nemen HwY 1 tot we kunnen afslaan richting Tofino. Een lange rit over een bochtige en hobbelige weg. Onze footprint guide omschrijft deze tocht treffend als een ritje in een achtbaan. Het is ook nog vreselijk druk hier. We hebben de Bella Pacifica Campground lang van tevoren gereserveerd, en zo hebben we het mooiste plekje van de camping, direct

aan het strand.

 

 

Maandag 8 juni

 

We maken tweewandelingen door het regenwoud. Eerst lopen we het Schooner Cove Hiking trail. We lopen over een boardwalk langs groene varens en enorme bomen begroeid met bijzondere soorten mos. Dit soort gematigd kustelijk regenwoud is erg schaars, het beslaat slechts 0,2% van het land op aarde. Het pad eindigt op het strand van Long Beach, hier zien we veel zeesterren, met zuignapjes stevig aan de rotsen vastgezogen. De tweede tocht is de Wickaninnish Trail, deze voert langs South Beach, waar de winterstormen grote hoeveelheden boomstammen op het strand hebben geworpen. Indrukwekkend. Er wordt gewaarschuwd voor beren, maar deze zullen we niet zien hier in de Pacific Rim. Als we uitgewandeld zijn, bekijken we het dorpje Tofino, waar toerisme booming business is, gezien het formaat van de supermarkt. Iets te groot voor een dorpje van maar 1650 inwoners.

 

Dinsdag 9 juni

 

Het is vandaag lekker zonnig, met een frisse wind. Op een beschut plekje op het strand is het goed  uit te houden. Vanmiddag gaan we onder begeleiding van een gids en zijn vriendin zeekajakken.

We peddelen dooreen beschut gedeelte het Clayoquot Sound, de zon schijnt nog steeds uitbundig, het is gezellig, en de omgeving is grandioos. In de avond maken we onze laatste strandwandeling hier.

 

Woensdag 10 juni

 

Een lange reisdag vandaag. Naarmate we noordelijker rijden wordt het steeds rustiger. Na Campell River zijn we bijna alleen op de weg. Op klaarlichte dag zien we onze eerste herten, en later zelfs de eerste beren. De Quatse River Campground in Port Hardy is een leuke camping, met een enthousiaste beheerder. We zijn nu vijf dagen op Vancouver Island, en nog steeds geen druppel regen, bijzonder want er valt hier zo’n drie meter regen per jaar.

 

Donderdag 11 juni

 

Vroeg op vandaag voor de Inside Passage, een veertien uur durende tocht met een ferry van Port Hardy naar Prince Rupert. We varen door de fjorden, langs afgelegen nederzettingen zoals Bella Bella,.

De dag begintgrijs, maar gelukkig breekt ’s middags de zon door. We zien enkele walvissen en vele dolfijnen. Alienka wordt gefilmd door een filmploeg van het BCTV News. Terwijl we het fraaie landschap met besneeuwde bergtoppen doorkruisen eten we een worstje van de barbecue op het achterdek en genieten van het uitzicht. ’s Avonds laat komen we aan in de haven van Prince Rupert, we rijden meteen door naar een ongezellige camping vlakbij de ferry terminal.

 

Vrijdag 12 juni

 

We gaan eerst boodschappen doen. Het personeel van de Overwaitea supermarkt is erg vriendelijk, er wordt bij de kassa ruim de tijd genomen voor uitleg over het naderende dorpsfeest. De klanten in de rij achter ons lijken het niet erg te vinden dat ze nu langer moeten wachten. De manager wordt erbij geroepen als blijkt dat we geen kortingpas hebben, erg aardig. Het regent eventjes licht, maar het klaart snel op als we langs de indrukwekkende Skeena rivier rijden. Deze speelde een belangrijke rol in de Goldrush 1n 1869. Bij Kitwanga nemen we de Cassiar Highway naar het noorden. Hier wordt het pas echt rustig. Het is een lange maar mooie tocht. We nemen de 37a richting Stewart, we zien de imposante Bear Glacier, en komen terecht op een camping aan de Bear River. Ondanks de geïsoleerde ligging van het dorpje, hebben we voor het eerst, (en ook voor het laatst),

een kabeltelevisieaansluiting.

Er zijn hier enorme hoeveelheden muggen, maar deze zijn niet heel fanatiek, en vormen niet echt een probleem.

Zaterdag 13 juni

 

We horen met grote regelmaat iemand fluiten. Een wandelaar met een berenfluitje misschien? Het blijken marmotten te zijn die zo met elkaar communiceren. Een berenfluitje gaat hier niet werken.

Beren gaan we toch niet zien volgens de wat brommerige campingeigenaar, behalve de beren op een monitor in z’n kantoortje dan. De beren komen pas halverwege juli, als de zalm de rivier op zwemt om kuit te schieten.

We steken de grensover en staan in Alaska, asfalt maakt plaats voor gravel in het vriendelijke ‘spookstadje’ Hyder. Er zijn wat winkeltjes en een postkantoor, leuk om wat souvenirs en kaarten aan te schaffen. We rijden toch naar de Fish Creek, er valt inderdaad geen beer te bekennen. We blijven even in de zon zitten, en even later komt er toch een enorme Grizzlybeer aangewandeld. Ik kan m’n ogen haast niet geloven, een Grizzly helemaal voor ons zelf! Ruim drie kwartier graast het beest langs een beekje, en laat zich ongestoord bekijken en fotograferen.  We lunchen, en rijden verder de Granduc Road de berg op richting de Salmon Glacier, de op vijf na grootste gletsjer van Noord-Amerika. De gravelweg er naar toe is steil en bochtig, en niet erg in goede conditie, aardverschuivingen vinden regelmatig plaats, en de sneeuw ligt er ook, soms nog tot twee meter hoog. Een spannend tochtje, hier is de natuur nog echt. Het is de moeite waard, de gletsjer is erg mooi. Terug in Hyder raken we in gesprek met de eigenaar van de general store. Hij vertelt hoe het is om te leven in een kleine gemeenschap,

tussen de beren, en over de grotehoeveelheden sneeuw die in de winter valt. Als we weer de Canadese grens overgaan, moeten we door de douane.

’s Avonds gaan we op berensafari we patrouilleren op de 37a enkele kilometers buiten Stewart, we zien grote hoeveelheden berenstront, maar geen enkele beer.

 

Zondag 14 juni

 

 Vanmorgen hebben we meer geluk, we spotten een zwarte beer op de 37a, en later op de Cassiar HwY nog een. Omdat het mooi weer is willen we vandaag niet te lang rijden. We vinden een leuk plekje op een camping aan het Tyhee Lake, even voorbij Smithers. Het meer trekt vandaag veel dagjesmensen en waterskiërs. We brengen de rest van de middag door aan het water.

 

Maandag 15 juni

 

Een lange reisdag, Mount Robson staat vandaag op de planning. Een zwarte dag in onze reis, niet alleen heeft Alienka migraine, we hebben op de snelweg een moeder patrijs met jongen overreden. De beestjes staken over direct achter een blinde heuvel, stoppen was onmogelijk. In Mount Robson kunnen we geen camping met een elektrische aansluiting vinden, we besluiten door te rijden naar Jasper. Niet wetende dat op de Whistlerscamping met 781 plaatsen, er maar 177 zijn met elektriciteit, deze zijn volgeboekt tot september. En dan is Jasper nog het rustigste deel van de Rockies. Dat belooft nog wat.

We krijgen een dure plaats zonder faciliteiten. De camping is achterlijk groot het douchegebouw is twee kilometer lopen. Gelukkig hebben we ook nog een zwarte beer gespot met twee jongen, en nog een paar herten.

 

Dinsdag 16 juni

 

We besluiten te verkassen, uit de folder die we kregen blijkt dat een camping met faciliteiten een zeldzaamheid is in de Rockies, veelal is er alleen een droge toilet. We vullen de watertank en legen de vuilwatertanks. Een man bij de Sanidump krijgt het voor elkaar om een lading stront over z’n eigen schoenen te dumpen. We doen de was in de wasserette, ondertussen halen we  boodschappen in Jasper, eten een broodje bij de Deli, en gaan op zoek naar een camping. We vinden een fantastisch plekje aan de rivier op Snaring River. We maken een tochtje naar Maligne lake. We passeren het Medicine lake. In de zomer wordt het meer gevuld met smeltwater dat door een ondergronds rivierenstelsel wordt aangevoerd. In de winter is het meer veranderd in een rivier. We spotten vandaag dikhoornschapen, een grijze wolf, een flink aantal zwarte beren, soms met jongen,Wapiti’s, een

rendier met groot gewei, en eennieuwsgierige eekhoorn.

We maken een korte wandeling van vier kilometer naar het Beaver Lake. Best spannend want even verder op zagen we net nog beren lopen. We bekijken de Maligne Canyon, en gaan terug naar de camping, waar we een stel met een tentje van ons plekje moeten wegsturen.

 

Woensdag 17 juni

 

Na het ontbijtvertrekken we richting de Miette hotsprings, op de weg ernaar toe zien we een nieuw hoogtepunt. Een moederbeer met drie hele kleine jongen lopen langs en over de weg. De kleine beertjes lijken wel te rollen in plaats van te lopen, ze zijn erg nieuwsgierig, klimmen in boomstammen, en worden af en toe, onder luid geschreeuw, terecht gewezen door de moederbeer

We gaan eerst even lekker ontspannen in de hot springs. Het mineraalrijke water komt met een temperatuur van 54ºC uit de bergen en wordt teruggekoeld naar 40 ºC. Heerlijk zo’n bad met een fraai berglandschap als achtergrond. Af en toe even zelf terugkoelen in een bad van 12 ºC is soms noodzakelijk.

Terug in Jasper laten we het plan om met de tramway de berg The Whistlers op te gaan vanwege de toenemende bewolking maar varen. Uiteindelijk komt er nog wat regen, dus nemen we chai en een stuk carrotcake in een theehuisje, kunnen we ondertussen even de batterij van de telefoon opladen.

Terug op de camping is ons plekje opnieuw bezet door een camper, ook deze kan een andere plaats gaan zoeken. De zon breekt door en het wordt een prachtige avond.

 

Donderdag 18 juni

 

We rijden  in zuidelijke richting naar de Athabasca Falls, een 23 meter hoge waterval, de krachtigste van de hele Rockies. Spectaculair! We gaan naar het Columbia Icefield Centre. Het lijkt wel of we de terminal van een vliegveld binnenlopen, groot en druk. Je kunt hier met een sneeuwbus de Athabasca gletsjer op. We informeren bij de informatiedesk snel naar een geschikte wandelroute, en bekijken de onderkant van de gletsjer van dichtbij. Even verder ligt de Wilcox Creek camping tussen de besneeuwde bergtoppen. Onze

wandeling van vandaag begint op de camping, door de Wilcox Pass.

Na een lichte klim, hebben we een schitterend uitzicht over de Athabasca gletsjer en het Columbia Icefield. Als we in de buurt van de smeltende sneeuw komen wordt het pad drassig, dus keren we terug naar de camping.

 

Vrijdag 19 juni

 

 

We rijden doorBanff, en bekijken de Mistaya Canyon, het water heeft mooie rondingen uit de rotsen geslepen. Langs de Trans Canada Highway staan wel twintig mensen langs de kant van de weg te fotograferen, onderaan het talud loopt een zwarte beer, onverstoorbaar te grazen en niet geïnteresseerd in de club paparazzo daarboven. We maken een wandeling langs Bow Lake, Bow River tot we Bow Clacier te zien krijgen. Ondanks de lichte regen een mooie wandeling. We zien een paar pika’s, die ons argwanend bekijken. Omdat we nog niet genoeg hebben van Bow, rijden we ook nog een stukje van de Bow Valley Parkway, dit zou een goede route zijn om wild te spotten. De weg is echter enorm druk, dus na 10 kilometer keren we maar weer om. We kamperen vandaag in Lake Louise, op een camping aan de Bow River. Eerder hadden we bij een Walmart een film

gekocht, alleen maar omdatonze campervan is uitgerust met DVD speler. We vonden het zonde om deze mogelijkheid niet te benutten. Dus vanavond kijken we film.

 

Zaterdag 20 juni

 

 

Het weer in Canada kan snel veranderen, ook ten goede. We trekken onze poncho’s aan omdat het stevig doorregent. Nog geen twee minuten later kan die al weer uit, want uit het niets is het droog geworden. Vijf minuten later breekt de zon door. We wandelen langs het blauwe water van Lake Louise, de bergtoppen zijn nog in de wolken gehuld. We beginnen een wandeling door de Plain of the Six Glaciers. Een 13,8 km lange tocht met prachtige uitzichten op de gletsjers van Mt Lefroy en Mt Victoria.

 

 

We zien grondeekhoorns, pika’s en vooral veel marmotten. Deze vluchten in hun holen, maar als je gaat fluiten, komen ze nieuwsgierig weer naar buiten. Als we het eindpunt bereikt hebben gaan we terug met een lunchstop in een theehuis 1,5 km terug. We zijn blij dat we zo vroeg begonnen zijn aan deze hike, want als we afdalen komen steeds meer wandelaars de berg op. In Lake Louise is de drukte al helemaal niet meer to overzien. Bussen met vooral veel Japanners worden afgezet. Het parkeerterrein is nu overvol.

We rijden naar Moraine Lake, gelegen in  het indrukwekkende Valley Of The Ten Peaks, waar het ook al erg druk is.

 

Zondag 21 juni

 

We rijden nogmaals de Bow Valley Parkway richting Banff. Op dit vroege tijdstip is het erg rustig, en hebben we meer geluk. We spotten enkele herten en een zwarte beer. We gaan eerst naar de  Banff hotsprings. Alles is hier wat meer oud en versleten dan in het pas gerenoveerde Miette, maar het warme water is net zo lekker. Er is geen koudwaterbad, dus afkoelen moet in de buitenlucht. Het is toevallig net een koude dag, warm ingepakte voorbijgangers hebben vanaf het trottoir zicht op het bad.

Ze kunnen niet geloven dat we daar zo lekker ontspannen zitten af te koelen. We doen boodschappen bij de Safeway, en eten buitengewoon goede sushi in het Sushi House op Caribou street.

We vinden het tedruk in de Rockies, en besluiten de geplande route om te gooien.

Bij Canmore nemen we een hobbelige gravelweg naar de camping aan Spray Lake.

De camping is 6 kilometer lang, en heeft slechts 51 staanplaatsen, allemaal aan het meer.

Onze buurman heeft zojuist een beer op de camping gefotografeerd . De beer is het bos ingelopen, dus lopen we over het pad om ons aan te melden op een van de zelfregistratiepunten.

Verder op het pad staat een man die roept dat er tweede beer in de bosjes direct achter ons zit. Hij had geprobeerd het beest te verjagen met een luchthoorn, maar de beer ging niet het bos in, maar scharrelt nu tussen de kampeerders.

’s Avonds maken we nog een wandeling naar de bodem van het meer, er mist wel meer dan 10 meter water, dus een gedeelte van het meer ligt droog. Alienka blaast fanatiek op de berenfluit, maar de beren laten zich niet meer zien.

 

Maandag 22 juni

 

We rijden verderover de gravelweg Kananaskis Country in. Nog geen vijf minuten van de camping zien we al weer een zwarte beer. En verderop nog een aantal herten. We volgen de Smith-Dorrien HwY een prachtige rit door de Kananaskis bergketen, en heerlijk rustig!

In Lougheed Provincial Park zijn de wegen weer van asfalt. We zien een beer die groter is dan alle beren die we zagen. Vanuit een pick-up truck wordt een projectiel gelanceerd, dat met een luide knal explodeert. De beer zet het op een lopen. Een sticker op de pick-up leert ons dat die tot een organisatie behoort die de beren leert zich te gedragen. Daar zijn wel paardenmiddelen voor nodig.

We halen bij de tourist information wat wandelinfo, en hebben alweer een plekje met meerzicht op de Interlakes camping aan het Lower Kananaskis Lake.

Vandaag regent het voor het eerst voor langere tijd. We maken een flinke wandeling van 16 kilometer rond het Upper Kananaskis Lake. Een leuke tocht met veel verschillende landschappen, soms met een spookachtig karakter dankzij het dampige weer. We lunchen op een boomstam op de rotsen aan het water. Hopende dat onze crackers met tonijn geen beren aantrekken.

’s Avonds klaart het op, dus de barbecue kan weer aan. Op het strand aan de overkant loopt een moeder grizzly met twee uit de kluiten gewassen jongen.

 

Dinsdag 23 juni

 

We nemen de 40 richting Calgary. We zien onze laatste beer van deze vakantie, een grote grizzly in de bosrand. We melden ons bij de camping Calgary West, nemen een douche en rijden met de camper naar het centrum. We parkeren in Chinatown en gaan de stad verkennen. Daar zijn we snel mee klaar. Calgary is in vergelijking met Vancouver vreselijk saai. Het centrum bestaat voornamelijk uit restaurants. Dat is leuk als je wat wilt eten, maar daarna heb je er niet zoveel meer aan. De zon schijnt in ieder geval weer uitbundig.

We bezoeken de Art Gallery, met slechts drie exposerende artiesten zijn we vrij vlot uitgekeken. We betalen veel te veel geld voor een bezoekje aan de Calgary Tower, het uitzicht boven stelt zwaar teleur.

We kunnen van boven wel mooi zien dat er verder niet veel vertier is. Chinatown is klein en Bridgeland helemaal een lachertje. We rijden naar de Chinook Mall, en vermaken ons daar gelukkig wel. We rijden speciaal terug naar downtown om te eten bij Thai Sa-On, dit restaurant zou volgens de Footprint al vijftien jaar als beste Thai worden beoordeeld. Het wordt een grote teleurstelling.

 

Woensdag 24 juni

 

We rijden naarDrumheller, dwars door de groene weilanden met grazende koeien, tot we in de Badlands belanden, een ruig maanlandschap met een mooi uitzichtpunt bij Horseshoe Canyon.

Drumheller is Dinosaurusstad, 75 miljoen jaar geleden wemelde het hier van de prehistorische monsters. In deze regio werden twintig verschillende soorten gevonden, sommigen met geheel intacte skeletten, waarvan enkele in het Royal Tyrell Museum tentoongesteld worden. Van de overige soorten werden replica’s gemaakt. Het bezoek aan het museum is zeer de moeite waard, jammer van de vele schoolkinderen.

In het dorpje zelf wordt de dinosaurusstatus driftig uitgebuit. In het straatbeeld wemelt het van de dinosauria en stegosauria. De grootse staat bij de tourist information, 26 meter hoog. Slapen kun je in de Best Western Jurassic Inn. We rijden de Dinosaur Trail, dat voert door ruige canyon landschappen.

We steken een rivier over met de Bleriot Ferry, genieten van de uitzichten, en keren terug naar de camping. Even naar het zwembad, eten en we kunnen beginnen met pakken. Morgen de camper terugbrengen en dan zit onze vakantie erop.