BAJA CALIFORNIA SUR

 

Tent camping in Mexico

 

Een relaxed begin van onze reis, park sleep en fly in het Radisson Blu hotel, ontbijtje, en dan rustig aan naar de luchthaven, waar we de eerste van drie vluchten naar Londen nemen. Op Heathrow aangekomen, blijkt onze vlucht naar Chicago geannuleerd door American Airlines. Dat betekent een overnachting in het Renaissance hotel Heathrow. Volgende dag gaan we het nog een keer proberen,  maar dan via Dallas. Uiteindelijk komen we met een vertraging van ruim 8 uur aan op Los Cabos. Autoverhuurder Alamo heeft nog maar 1 auto staan, en dat is een enorme Chrysler Town & Country, voor 240 US$ extra mogen we die meenemen, of anders wordt die morgen omgeruild voor een auto uit de economy klasse. Na wat onderhandelen krijgen we de auto mee voor 50 US$, een koopje want de auto rijdt super, ook op de onverharde wegen gaat het prima, geen last van de washboards. Het is inmiddels al laat in de avond, als we op onze eerste camping Club Cabo Inn in Cabo San Lucas aankomen. Gelukkig is het ook een hotel, en nemen we de eerste avond een kamer.

De volgende morgen nemen weHuevos Rancheros voor ontbijt, bij Tabasco, een eethuisje op het strand, zetten de tent op en trekken het stadje in. Het wordt overspoeld door Amerikanen die in Los Cabos komen genieten van het mooie weer. Dat doen wij ook. We maken een boottochtje naar de befaamde Arch, precies op dit punt komen de Zee van Cortez en de Stille Oceaan samen.  We winkelen, en genieten van de Mexicaanse keuken.

 

Via het kunstenaarsdorpje Todos Santos, (Hier zou het originele Hotel California staan, bekend van de gelijknamige Eagles hit) rijden we naar het noorden naar het plattelandsstadje Ciudad Constitucion, waar we de tent moeten opzetten in de tuin naast het zwembad. De camping is nogal vol vanwege een aantal Duitsers die in groepsverband met campers door Baja reizen. Ze krijgen een briefing bij het zwembad, waar ze op het hart gedrukt wordt vooral geen groente, vis, vlees en fruit te eten, zelfs geen citrusvruchten. Dit is totale onzin, want zelfs inhet meest eenvoudige straattentje, wordt zeer goed op de hygiëne gelet.

Wat de Duitsers dan wel eten is niet bekend, maar ze missen wel wat, want in de stad is een stalletje met overheerlijke Torta’s. (Broodje met draadvarkensvlees, jalapeno’s, tomaat, mosterd mayonaise en sla)’s Avonds vieren de Duitsers feest bij het zwembad, iemand heeft zelfs de moeite genomen een accordeon hier mee naar toe te slepen.

 

 

Vroeg op vandaag, want op aanraden van de eigenaresse van de camping, gaan we naar Puerto Adolfo Lopez Mateos, om walvissen te spotten. Het is een uur rijden en als eerste varen we uit. We delen het bootje met Norm en Jerri, een stel uit Oregon, die met een grote RV bij ons op de camping staan. We zijn nauwelijks uitgevaren of de eerste walvissen melden zich al. Een moeder met kalf, dat graag contact wil, en zich laat aaien. Geweldig! Er volgen meerdere ontmoetingen, maar er zijn ook walvissen die geen contact willen, en wegzwemmen. Moeder walvis is met zo’n15 meter lengte een indrukwekkende verschijning naast ons bootje, dat af en toe omhoog gedrukt wordt. Onze eerste walvisexpeditie is een enorm succes. We varen nog wat verder richting de open zee, en zien nog coyotes langs de onherbergzame kustlijn lopen, en varen nog langs een kolonie fregatvogels. Terug in de haven is het inmiddels erg druk geworden, de één na de andere boot vaart uit. Goed dat we zo vroeg zijn vertrokken. We eten nog quesadillas met limonada (een lekkere zelf gemaakte frisdrank met limoen) bij een eethuisje in de haven. Terug in Ciudad moet ik even naar de dokter vanwege tranende ogen. Ik krijg een recept voor oogdruppels, en het leed is weer geleden. We hebben de was laten doen in een wasserette, zo kunnen we er weer even tegen aan. De Duitsers zijn ook vertrokken, en het is weer lekker rustig op het Misiones RV Park. Tenminste, we horen in de verte ezel- en schapengeluiden, een teken dat Ciudad een agrarisch stadje is.

 

We rijden een spectaculaireroute over Highway 1 naar Mulege. Op aanraden van Norm en Jerri gaan we niet naar het door ons geplande Playa Los Naranjos, maar naar Playa El Coyote. Hier vinden we een prachtige plek op het strand voor onze tent. Norm en Jerri zijn inmiddels ook gearriveerd. Norm heeft satelliet-internet in zijn RV, dus kunnen we Skypen en e-mailen op het strand.  Regelmatig komen locals langs om diensten of waren aan te bieden. Marcello wil met ons gaan paardrijden door de woestijn. We spreken af bij het Pemex tankstation, en dan volgt een lange tocht over een stoffige weg naar zijn boerderij, waar de paarden al voor ons klaar staan. Eerst zie ik er wat tegen op, maar na een tijdje gaat het steeds beter. De tocht voert door droge rivierbeddingen en cactuslandschappen, erg mooi. Mulege is een slaperig dorpje in een groene oasis, waar we af en toe komen om te eten of boodschappen te doen. Het beste restaurant van Mulege serveert linzensoep en verse vis, maar het is allemaal wat aan de flauwe kant. Ons strand had beter Playa el Racoon, kunnen heten, want ’s avonds scharrelen er drie van die gemaskerde wasbeerboeven rond onze tent. Coyotes spotten we hier niet.

 

 

San Ignacio is een rustig dorpje met wat eethuisjes en winkeltjes en een van de mooiste en duurste kerken van heel Baja, de Misión San Ignacio Kadakaamán.Ten westen hier van, ligt het 2,5 miljoen hectare grote El Vizcaíno Biosphere Reserve, met een enorme diversiteit aan ecosystemen. Woestijn, oceaan, lagunes, bergen, mangroven, moeras en zoutvlakten. Een erg onherbergzaam gebied. Vanuit het dorpje is het nog60 kilometer naar Kuyima, waarvan38 kilometer is geasfalteerd. De rest is een gravelweg met washboards en zachte stukken. Eigenlijk niet te doen met een gewone auto. Gelukkig heeft onze Chrysler er niet zoveel moeite mee.We zetten onze tent op, en genieten nog wat van de zon op een beschut plekje. ’s Avonds steekt er een vervelende wind op, en we hebben een onrustige nacht. De onverwoestbare Schotse tent heeft er geen moeite mee, maar het is verre van rustig.De volgende morgen is het nog steeds onrustig. Gelukkig gaat onze walvis expeditie wel door.  We varen de lagune uit, en gaan de woelige open zee op, dat maakt het iets lastiger om contact te maken, maar het lukt wel een paar keer de walvissen te aaien. FILMPJE

 

 

Terug op de camping blijkt dat de wind niet is gaan liggen. Omdat we geen zin hebben in nog een onrustige nacht besluiten we te vertrekken. We stoppen voor vistaco’s in San Ignacio, en rijden weer naar het zuiden, en zoeken een hotelletje in Santa Rosalia. Kamperen is hier niet mogelijk. Hotel Frances is gevestigd in een koloniaal gebouw, met muffe donkere kamers, Franse invloeden kunnen we zeker niet ontdekken. Het ontbijt bestaat uit witbrood met jam, dat laten we aan ons voorbij gaan, gelukkig is er wel versgeperste jus d’orange. Ontbijten doen we bij een stalletje in het centrum. Een lekkere burrito met bonen en varkensvlees. Deze mijnstad ademt dankzij de Franse mijnwerkers die hier in 1884 neerstreken, een vage Franse sfeer. Er is een Franse bakkerij, en als belangrijkste trekpleister, een metalen kerk ontworpen door Gustav Eiffel. We eten gebarbecuede kip met coleslaw en aardappelpuree bij Terco’s Pollito.

Er hangt een zeer relaxtesfeer op dit schiereiland, niet alleen onder de Canadese en Amerikaanse toeristen die hier overwinteren, deze zijn cooler dan de ‘snowbirds’ in Florida. Ook de locals zijn vriendelijk, op straat worden we vaak gegroet, en vrijwel altijd stopt het verkeer als we aanstalten maken om een straat over te steken.Onderweg naar Loreto krijgen we een stopteken van een politieagent. ,,Escuela” zegt de agent, en wijst op twee meisjes die aan de andere kant van de auto staan met een doosje bekleed met goudpapier. We moeten een donatie doen aan de lokale school.

In het charmante stadje vinden we een plekje voor onze tent op Rivera del Mar, midden in het dorp, en niet te ver van de kust. Dat betekent wel vroeg opstaan, want het barst hier van de blaffende honden en kraaiende hanen. We eten de beste vistaco’s van Baja bij het eenvoudige restaurantje Taco El Rey. Hier moet je er vroeg bij zijn, als de dagvoorraad op is sluit de tent, en dat is meestal voor twee uur.

 

We raken bevriend met Ruth en Guy, een stel uit Quebec City, ze reizen door Baja in een truck camper, en staan bij ons op de camping. We borrelen, ontbijten en eten samen, en het is erg gezellig. Op zaterdagavond is het carnaval in het centrum, we bekijken de optocht, en gaan samen nog wat margarita’s drinken in het centrum.

We nemen afscheid van onze nieuwe vrienden, en gaan weer eens een boottochtje maken richting Isla Coronado. Dat gaat nog net goed, het bedrijf waar we de tocht geboekt hebben, laat het afweten. Gelukkig hadden we toen we stonden te wachten, een gesprek aangeknoopt met een andere schipper, we gaan nu met hem mee. Eerst bekijken we een zeeleeuwenkolonie op de rotsen, en vervolgens wandelen we over het eiland naar een spectaculaire baai.

 

 

La Paz is de hoofdstad, en grootste stad van Baja California Sur, weer even wennen aan de drukte. We hadden buiten de stad, op Playa El Tecolote willen gaan staan, maar hadden nogal wat berichten gehoord over diefstal daar, dus besluiten we wat anders te zoeken. Een camping kunnen we niet vinden, en de andere bestaat niet meer, dus zoeken we een bed & breakfast op een leuke locatie, Baja Bed & Breafast, twee blokken van de zee. We krijgen traditioneel Mexicaans ontbijt en vers fruit bij de gastvrouw in de keuken. Een Fransman schuift aan bij het ontbijt. Hij is met een ‘gewone’ auto naar Kuyima gereden en is vastgeraakt. Het is een leuke stad, we lopen over de Malecón, een promenade langs de kust. Zien een spectaculaire zonsondergang in de Bahia deLa Paz vanaf het terras van restaurant Rancho Viejo.

 

We hebben weer een boottochtje geboekt, naar het onbewoonde Isla Espíritu Santo, onderweg zien we zeeleeuwen, dolfijnen en een grote vogelkolonie. Een prachtig eiland, het vulkanisch gesteente steekt prachtig af tegen de turkooizen baaien en witte stranden. Tijdens het snorkelen zien we o.a. manta’s.

 

In Los Barilles vinden we een plekje met zeezicht op camping Playa Norte. De belangrijkste activiteit in het dorp voor de Amerikaanse toeristen is rondscheuren op quads. We krijgen autopech, er kwam al de hele dag een raar geluid onder de motorkap vandaan, maar nu is het einde verhaal, de auto doet niks meer. Hulde voor Alamo Mexico, binnen een uur staan ze met een identieke auto voor onze neus. De spullen overladen, en we kunnen weer verder.

Met onze nieuwe auto gaan we over een moeilijk begaanbare kustweg naar Punta Pescadero om te snorkelen. Helaas is er niet heel veel vis te zien hier. Wel zien we een aantal dolfijnen voorbijkomen, en tientallen manta’s springen hoog uit het water.

 

We pakken onze kampeerspullen vast in, en rijden naar San Jose Del Cabo, hier zijn we ook aangekomen, maar toen was het donker. Eerst bekijken we het stadje, er is een kunstwijk, en rond de Misión Añuiti zijn veel toeristenwinkeltjes. Er zijn liggen twee cruisschepen voor anker in het nabijgelegen Cabo San Lucas, de passagiers zijn zo te zien allemaal hier.

 

We hebben nog twee nachten in het luxueuze Westin Resort voor de boeg. Even bijkomen op de Heavenly Beds waar de keten bekend om staat. Onze kamer heeft een balkon met zeezicht. Dit is een drukke walvis trekroute, en regelmatig springen ze uit het water. Zomaar te zien van het balkon of het strand. Hier doen we niet veel meer, een beetje shoppen in Cabo San Lucas, lekker eten, en op het strand liggen. 

De terugreis via Los Angeles en London is lang, maar verloopt zonder noemenswaardige incidenten. Op Heathrow hebben we nog net tijd om een picknickbox bij Gordon Ramay’s restaurant ‘Plane Food’op te halen, om in het vliegtuig op te eten. Een uurtje later staan we weer op Schiphol.